top of page

KAPITEIN CIJFER

door Anna Houthoofd   

 

Ergens hier heel ver vandaan…

woont een kapitein op een schip. Zijn naam is Kapitein Cijfer, want hij houdt ontzettend veel van cijfers. Maar… hij heeft een groot geheim, dat niemand kent. Op een dag varen de kapitein en zijn bemanning op volle zee. Kapitein Cijfer zit zoals gewoonlijk schatten te zoeken door cijfers op een schatkaart te plaatsen. ‘Eureka!’, roept hij, ‘Ik heb de coördinaten van de grootste piratenschat ooit!’  Jaaaaaa, je hoort het goed: een schat, meer nog… een piratenschat, correctie DE GROOTSTE PIRATENSCHAT OOIT! Hij gaat aan wal op een eiland op zoek naar de schat. Het blijkt dat alle dieren die er leven betoverd zijn: ze kunnen praten! Eigenlijk is de kapitein niet zo’n vechtersbaas als zijn bemanning. Hij wil eigenlijk liever een lieve piraat zijn, maar hij is bang dat zijn bemanning hem zou uitlachen. Hij wil liever alleen het eiland verkennen. Hij gaat op een steen zitten. AAAHHHHHHHHH! Er knijpt een krab in zijn bil. Was dat even schrikken. Maar hij schrikt nog harder als de krab begint te praten: ‘Ik ken je geheim, Kapitein!’ ‘Denk maar niet dat je de schat zal vinden!’ ‘Hahahahaha!’ Brr! Er gaat een rilling door de kapitein heen. Wat verder komt hij een kwal van een kwal tegen. ‘Alsof jij de schat ooit zou kunnen vinden’ spot de kwal. De kapitein spurt een eindje weg, want hij is bang. Dan komt hij een grote grot tegen. Hij gaat naar binnen. Er zit een uil. De kapitein zegt: ‘Lach maar dat ik de schat kom zoeken, het kan me toch allemaal niks meer schelen.’ De uil zegt dat ze hem helemaal niet wil uitlachen, maar gewoon wil helpen. De kapitein kijkt haar aan. ‘Echt?’ vraagt hij bang. ‘Echt… sterker nog, ik weet de schat niet liggen, maar als we de juiste cijferoefening maken, dan kunnen we hem vinden.’ verklapt de uil. ‘Oh nee.’ denkt de  kapitein. De uil ziet zijn gezicht en vraagt waarom hij zo bang kijkt. ‘Ik, ik, ik… ik heb een geheim.’ zegt hij zacht. ‘Ik kan niet cijferen, voilà, nu weet je het.’ ‘Maar ik heb horen zeggen dat je de knapste rekenknobbel uit de geschiedenis bent?’ vraagt uil verbaasd. ‘En je vindt elke schat die maar te vinden valt. Maar je kan niet cijferen… vreemd, zeer vreemd. Dan heb ik een schitterend idee, echt waar! Als we nu naar mijn vriendin gaan, Wollie schaap. Ze is de slimste cijferknobbel ooit. Ze leert je cijferen in een-twee-drie. Vertrouw me maar.’ Dingdong. Wollie doet open. De dieren leven hier namelijk in huisjes. ‘Hoi, geen oorlog!’ roept Wollie. De kapitein antwoordt: ‘Neen hoor, ik ben geen kwade piraat. Ik wil alleen maar leren cijferen.’ ‘Oh ja, dat is mijn favoriet onderdeel van wiskunde. Wacht, ik leer het je.’ blaat Wollie enthousiast. Een tijdje later…  ‘Oh, nu snap ik het! Bedankt! Kom je mee zoeken naar de schat?’ ‘Schat? Welke schat?’ ‘Wel, ik zoek een piratenschat. Nee, de grootste piratenschat. En die ligt op jullie eiland.’ ‘Ah die… ik heb er al een keer over gehoord. Maar ik wil graag helpen zoeken.’ Na uren en dagen zoeken vinden ze eindelijk de aangegeven plaats op de schatkaart. Ze graven en graven en uiteindelijk vinden ze een briefje met “wie zoekt die vindt” erop geschreven. Ze graven nog dieper en vinden een ondergrondse gang. Ze lopen door de gang op zoek naar de schat. Ze zien twee deuren, eentje met een grote en eentje met een kleine trap erop getekend. Ze kiezen die met de grote trap. Ze doen de deur open en zien een grote trap. Ze klimmen naar boven en zien drie deuren. Op de eerste deur staan er cijfers, op de tweede deur staan letters en op de derde deur staan de letters “wero”. Zonder twijfelen doet Kapitein Cijfer de eerste deur met de cijfers open. En ze zien… een cijferoefening. De kapitein wordt zenuwachtig, maar Wollie stelt hem gerust. ‘Denk aan wat je geleerd hebt, alleen piraten mogen het oplossen. Dus ik kan jou niet helpen.’ De kapitein begint rustig en maakt de oefening juist! Dan zien ze vijf deuren: op de eerste deur staat een feestdiner, op de tweede deur staat een schat, op de derde deur staan mooie kleren, op de vierde deur staat een massagestoel en op de laatste deur staat in koeien van letters geschreven “allemaal”. De kapitein gaat de deur met “allemaal” binnen en ziet een briefje met “goed gezocht, gekozen en gevonden” erop geschreven. Proficiat! De kapitein kan wel huilen van blijdschap als hij de schat ziet. Maar hij wil ook terug naar huis, want de bemanning zal vast ongerust zijn. Hij wil juist nog een deel van de schat aan zijn vrienden geven en hen gedag zeggen. ‘Kom je zeker nog eens terug?’ vragen Wollie en Uil. ‘Tuurlijk, ik kom jullie zo vaak opzoeken als ik kan. Jullie zijn mijn beste vrienden. Nog eens bedankt voor alles.’ Als hij aankomt op het strand, ziet hij nog net hoe zijn bemanning wegvaart. Hij is zo teleurgesteld in hen. Dat had hij niet gedacht. Hij begint te wenen, maar dan komen Uil en Wollie schaap. Ze bouwen samen een vlot en steken zo de oceaan over. Eenmaal thuis geeft hij zelfs een deel van zijn schat af aan een weeshuis. Hij stopt met piraat zijn en wordt archeoloog. In zijn vrije tijd zoekt hij nog altijd naar schatten en vaart hij nog altijd op de oceaan. Hij gaat ook heel vaak naar zijn vrienden, Wollie schaap en Uil. Dan eten ze soep bij Uil en kletsen lang bij bij Wollie. Hij is supergelukkig met zijn vrienden. Later is hij zelfs op hun eiland gaan wonen. En Wollie en Uil helpen hem met het bouwen van zijn huis.

Besluit: echte vrienden leer je kennen in nood. 💪🏼

 

Anna JJ 02.png
auto.jpeg
bottom of page